Seksuele oriëntatie
Er bestaan veel verschillende seksuele oriëntaties (voorkeuren). Heteroseksueel, ook wel hetero, verwijst naar mannen die op vrouwen vallen en vrouwen die op mannen vallen.
Veel seksuele oriëntaties en genderidentiteiten worden samengevat met de letters ‘LHBTQIA+’. Dit staat voor:
Lesbisch: vrouwen die op vrouwen vallen;
Homoseksueel: mannen die op mannen vallen;
Biseksueel: mensen die op meerdere genders vallen;
Transgender: mensen die zich anders voelen dan de genderidentiteit die hoort bij het geslacht wat zij bij geboorte hadden;
Queer: verzamelwoord voor mensen die zich niet identificeren met de standaard verwachtingen over gender en seksualiteit;
Intersekse: mensen die zijn geboren met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken.
Aseksueel: mensen die geen seksuele gevoelens hebben voor andere mensen en daarom weinig tot nooit het gevoel hebben dat ze seks willen hebben.
+: het plusje staat voor mensen die zich niet herkennen in de groepen hierboven, maar wel bij de LHBTIQA+ gemeenschap horen en dus niet cisgender of niet heteroseksueel zijn. Bijvoorbeeld:
Non-binaire genderidentiteiten
Panseksueel: mensen die kunnen vallen op alle genders en geslachten. Ze vallen meer op het karakter of de persoonlijkheid van de ander.
Demiseksueel: mensen die meestal alleen seksuele gevoelens hebben voor iemand als ze die persoon goed kennen en een sterke band met die persoon voelen.
© 2025 JONG GELIJK. Copyright and rights reserved